052 / Belastingdienst en minnelijke saneringsakkoorden coronaschulden

Belastingdienst en minnelijke saneringsakkoorden coronaschulden

Goed nieuws! Ondernemers die door corona in de knel zijn gekomen en schulden hebben opgebouwd, krijgen meer lucht van de Belastingdienst. Dit doet de fiscus door zich als schuldeiser soepeler op te stellen bij zogenaamde minnelijke saneringsakkoorden. In dit artikel lees je wat deze akkoorden precies zijn en hoe je met een problematische schuldsituatie hiervoor een verzoek kunt indienen.

1 oktober 2022: start uitgestelde terugbetaling schuld Belastingdienst

Dit geldt voor saneringsverzoeken die worden ingediend in de periode van 1 augustus 2022 tot 1 oktober 2023.

Nog steeds ondervinden veel bedrijven de financiële gevolgen van corona. Vanwege de lockdowns werd in een aantal sectoren weinig tot geen omzet gedraaid, soms wel maandenlang. Anderzijds gingen veel financiële verplichtingen wel gewoon door. Een draaiboek voor ellende, want veel ondernemers hebben hierdoor problematische schulden opgebouwd, ook bij de Belastingdienst.

De Belastingdienst kwam ondernemend Nederland al tegemoet met een ‘bijzonder uitstel van betaling’: een ruime regeling voor het aflossen van belastingschulden. Vanaf 1 oktober 2022 start het uitgestelde afbetalen met een betalingstermijn van 60 maanden.

De start van het afbetalen van deze schuldenlast, maakt de financiële situatie van veel ondernemers er niet beter op. Het aantal bedrijven dat in de financiële problemen komt, neemt dan toe.

Wat nu als je niet meer aan alle betalingsverplichtingen kunt voldoen en schuldeisers dreigen met een faillissement? Dan kun je een verzoek indienen voor een minnelijk saneringsakkoord. Speciaal voor die ondernemers – met een in de kern gezonde onderneming – stelt de Belastingdienst zich tijdelijk soepeler op in een minnelijk traject; ook wel bekend als schuldenregeling.

Wat zijn minnelijke schuldregelingen en saneringsakkoorden?

Met een minnelijk saneringsakkoord maak je buiten de rechter om afspraken met alle schuldeisers om zoveel mogelijk schulden af te lossen binnen 36 maanden. Na deze periode wordt een eventueel restbedrag kwijtgescholden (finale kwijting).

Voorwaarde voor zo’n schuldenregeling is wel dat alle overige schuldeisers akkoord gaan met het saneringsvoorstel. Naast de Belastingdienst (de belangrijkste schuldeiser) moeten alle andere schuldeisers het voorstel dus ook accepteren.

Lees verder op: 053 / De Belastingdienst & minnelijk saneringsakkoord 2

Dank aan “De Zaak” voor deze informatie.


053 / De Belastingdienst & minnelijk saneringsakkoord 2

Wat is de rol van de Belastingdienst bij een minnelijk saneringsakkoord?

De Belastingdienst staat normaliter voorop bij het terugbetalen van een schuld. Sterker nog: de fiscus eist doorgaans bij een minnelijk saneringsakkoord minimaal het dubbele uitkeringspercentage ten opzichte van het percentage dat wordt uitgekeerd aan de overige schuldeisers.

Vaak betekent dit in de praktijk dat er weinig overblijft voor overige schuldeisers. En dat is precies de reden dat een minnelijk akkoord nogal eens afketst: weigerende private schuldeisers gaan niet akkoord met de minnelijke regeling.

Opgebouwde belastingschulden? Belastingdienst neemt tijdelijk met minder genoegen

Vanwege de coronacrisis neemt de Belastingdienst genoegen met een kleiner uitkeringspercentage, zodat de weigerende schuldeisers juist sneller akkoord gaan met een minnelijke regeling.

Dat is goed nieuws als je in de knel bent gekomen door opgebouwde schulden tijdens de coronacrisis. De kans dat je kunt blijven ondernemen als je schulden niet (meer) kunt aflossen, neemt hierdoor toe.

Wanneer gelden de soepelere regels van de Belastingdienst?

Groeien de opgebouwde coronaschulden boven je hoofd? En voel je je genoodzaakt een minnelijk akkoord aan te vragen? Dan stelt de Belastingdienst zich door middel van minnelijke akkoorden dus tijdelijk soepeler op.

Dit geldt voor alle saneringsverzoeken die worden ingediend in de periode van 1 augustus 2022 tot 1 oktober 2023. De Belastingdienst eist wel dat je de onderneming voortzet.

Problematische schulden en verzoek tot minnelijk akkoord – hoe regel je dat?

Een verzoek tot minnelijk saneringsakkoord dien je in via de gemeente of een schuldhulporganisatie. Voorwaarde is dat je problematische schulden hebt. Bijvoorbeeld schuldeisers die dreigen met beslaglegging op je huis of het aanvragen van een faillissement.

Het aanvragen van een minnelijk traject gaat via de Wet Gemeentelijke Schuldhulpverlening (Wgs). Samen met de gemeente of schuldhulporganisatie maak je een actieplan waarmee je de schuldensituatie aanpakt.

Tijdens een wettelijke schuldsanering worden uitstaande schulden, zoals opgebouwde belastingschulden, duidelijk in kaart gebracht. Dat geldt ook voor schulden bij leveranciers en banken, etc. Vervolgens wordt er gekeken of er een minnelijk saneringsakkoord kan worden bereikt met alle schuldeisers. In sommige gevallen kun je gebruik maken van een saneringskrediet van de gemeente. Aanmelden bij de gemeente of schuldhulpverlener kan eenvoudig via Whatsapp, telefoon of e-mail.

Een rechtspersoon, bijvoorbeeld een bv, heeft geen recht op schuldhulpverlening via de gemeente. Dit kan alleen de directeur of grootaandeelhouder van een besloten vennootschap op privégebied in financiële problemen is gekomen.

Wet schuldsanering natuurlijke personen (Wsnp)

Lukt het niet om tot een minnelijk akkoord te komen met schuldeisers? Dan kun je je in bepaalde gevallen ook beroepen op Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (Wsnp). Dit geldt alleen voor ‘natuurlijke personen’.

In tegenstelling tot rechtspersonen bestaat voor natuurlijke personen geen scheiding tussen privé- en werkvermogen. Rechtsvormen van ondernemingen waar dit voor geldt zijn de eenmanszaak, vof of maatschap.

Wederom dank aan “De Zaak” voor dit beknopte verhaal.


Komt u er niet uit, neem dan gerust met mij contact op. Samen kijken wij hoe dit nu voor u in elkaar zit en wat een volgende stap zou kunnen zijn.


034 / Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL)

Toch meer startende ondernemers die in aanmerking komen voor Coronasteun!

Er komt coronasteun voor startende ondernemers die eerder nog niet in aanmerking kwamen voor de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL). De ministerraad heeft ingestemd met het voorstel van minister Adriaansens van Economische Zaken en Klimaat om de regeling op te zetten. Het gaat om starters die in het vierde kwartaal van 2021 en/of het eerste kwartaal van 2022 door de coronamaatregelen zijn beperkt in hun bedrijfsactiviteiten. Het kabinet stelt voor hen 35 miljoen euro coronasteun beschikbaar.

Volgens het kabinet is er een verschil tussen bedrijven die al vóór de coronacrisis begonnen en ondernemers die tijdens de pandemie zijn gestart. Die laatste groep is zich meer bewust geweest van het onvoorspelbare karakter en daarmee de economische risico’s. Maar ook deze ondernemers zorgen er voor dat Nederland niet stilstaat en dat we na een crisis weer sterk uit de startblokken komen. Dit heeft de doorslag gegeven in de afweging van het kabinet om deze groep startende ondernemers tegemoet te komen, die nog geen eerdere steun hebben gekregen.

Maar… regeling voor starters in de periode 30 juni 2020 – 30 september 2021

Met de TVL-startersregeling ondersteunt het kabinet ondernemers die zijn gestart tussen 30 juni 2020 en 30 september 2021. De TVL-startersregeling is voor wat betreft de omzetdervingsdrempel, het subsidiepercentage en het minimumsubsidiebedrag gelijk aan de reguliere TVL in datzelfde kwartaal (Q4 2021 en/of Q1 2022). Dit geldt ook voor de wijze van bevoorschotting en definitieve vaststelling van de subsidie. Het maximumsubsidiebedrag is vastgesteld op 100.000 euro per kwartaal.

En hoe zit het met Q1, Q3… Q4?

Als een onderneming deel uitmaakt van een groep, dan kan alleen een beroep op de TVL-startersregeling worden gedaan, als alle ondernemingen binnen de groep gestart zijn na 30 juni 2020. In de voorgenomen TVL-startersregeling zal voor de subsidieperiode Q4 2021 en Q1 2022 één referentiekwartaal worden gehanteerd: Q3 2021. Dit is een kwartaal met weinig beperkende coronamaatregelen. Voor ondernemers die zijn gestart in Q3 2021 is een alternatieve referentieperiode noodzakelijk. Zij kunnen alleen TVL-subsidie ontvangen voor Q1 2022 en hanteren daarbij als referentieperiode de eerste drie maanden volgend op de maand van inschrijving.

Het ministerie van EZK gaat de subsidieregeling in de komende periode in detail uitwerken en daarna openstellen. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) gaat de TVL-startersregeling vervolgens namens het ministerie uitvoeren.

Lees verder op de website van Rijksoverheid/Ministerie van EZK


Bron: ministerie van EZK / maart 2022